Vraagvormen en deelscores VCA-examens

Vraagvormen

In de VCA-examens zijn verschillende vraagvormen opgenomen. Elke vraagvorm heeft zijn specifieke kenmerken:

 

  • De meervoudig-antwoordvraag

De kandidaat moet uit 4, 5 of 6 alternatieven meerdere juiste antwoorden selecteren.

  • De matrixvraag

De kandidaat moet voor 3 of 4 beweringen per bewering aangeven of deze juist is of onjuist.

  • De rangschikvraag

De kandidaat moet 3 of 4 elementen in de juiste volgorde zetten.

  • De koppel- of matchingvraag

De kandidaat moet 3 of 4 elementen uit het ‘rechter rijtje’ koppelen aan het juiste begrip in het ‘linker rijtje’.

 

Om de kandidaten te ondersteunen in een goede voorbereiding op het examen is er een beschrijving van de vraagvormen opgesteld. Klik hier voor het overzicht

 

Deelscores examens VCA

Bij enkele nieuwe vraagvormen wordt gewerkt met deelscores. Dat geldt voor onderstaande vraagvormen:

  • Meervoudig-antwoordvraag
  • Matrixvraag

 

Voor elk juist deelantwoord krijgt de kandidaat de bijbehorende deelscore.

  • Bij een vraag waarbij 4 juiste antwoorden gegeven kunnen worden, kan de kandidaat 25 punten behalen per goed antwoord.
  • Bij een vraag waarbij 3 juiste antwoorden gegeven kunnen worden, kan de kandidaat 33 punten behalen per goed antwoord.

Wel gaat er per fout deelantwoord ook weer de proportie af, met een ondergrens van 0. De kandidaat kan dus nooit negatief scoren.

 

Voor ranking en matching wordt niet met deelscores gewerkt, omdat daar de onderlinge afhankelijkheid tussen de antwoorden heel hoog is (een fout in het ordenen van een procedure = een onjuiste procedure).